Wilbur Smith-Roofvogels
Het is 1667. Engeland is in een heftige maritieme oorlog verwikkeld met de Lage Landen. Sir Francis Courteney en zijn zoon Hal liggen met hun gevechtskarveel voor de kust van Kaap Agulhas, in het zuiden van Afrika, om met schatten beladen galeien van de Verenigde Oost-Indische Compagnie op te wachten. Ze hebben de bevoegdheid om alle Nederlandse schepen te plunderen die langskomen en maken daar kwistig gebruik van.
Het schip dat ze enteren blijkt van levensbelang te zijn voor de nederzetting De Goede Hoop, want aan boord bevinden zich de net benoemde gouverneur en zijn vrouw Katinka. Met hun ontvoering begint een avontuur dat hen van de zuidelijkste punt van het continent naar de Grote Hoorn van Ethiopië in het verre Noorden voert.
Kaft heeft beschadiging onderkant